Saturday, January 07, 2012

Schermbeleving

Wanneer ik vroeger naar een concert ging, werkte dat als volgt: ik ging erheen, maakte het mee, genoot er heftig van en dat was dat. Die tijd is niet meer. Tegenwoordig ga ik erheen, probeer het mee te maken en ervaar dat ik alles alleen maar tweedehands kan zien, omdat ik overal waar ik kijk alleen maar geheven schermpjes zie. Digitale camera’s, smartphones en zelfs doodordinaire simpele mobieltjes: alles en iedereen staat ermee te filmen en fotograferen. Aan het einde van zo’n avond ben ik kapot, omdat ik als een dronken kameel voortdurend heen en weer heb geschommeld om onder, boven, links of rechts langs schermpjes te kunnen zien wat er op het podium gebeurt.
Ik zou natuurlijk een van die miljoenen schermpjes kunnen gebruiken als blik op de wereld, maar op de een of andere manier staan bij mij in de buurt altijd van die halvegaren die kicken op de zangeres, zodat ik via hun schermpjes de hele avond slechts een blokkerig ingezoomd zicht heb op een steeds uit beeld schietend decolleté.
Veel van die fanatieke filmers denken de mensheid te helpen met hun werk. Goed, degenen die voor de tieten komen zijn waarschijnlijk wat minder filantropisch ingesteld en helpen met name zichzelf, maar de rest schijnt echt te denken dat de wereld een grote dienst wordt bewezen met hun filmsels. Dat geldt met name voor degenen die meteen na het indrukken van de stop-knop hun filmpje op YouTube, Facebook of Twitter gooien, vaak met een taalhoogstandje als ‘supervetcoldplayechtgenietenwauw!’ eronder. En zodra ze dat hebben gedaan, gaat de camera meteen weer in de filmstand voor de volgende totáál zinloze opname.
De kwaliteit van de filmpjes is namelijk altijd om te janken. Het geluid is vaak zo slecht dat er voor de kijker alleen een soort stervend cappuccinoapparaat te horen is. Wat het beeld betreft heb je eigenlijk altijd alleen maar zicht op 600.000 andere beeldschermen, al dan niet met ingezoomde tieten erop. Ergens in de verte zie je wel eens een ledemaat boven een schermpje uitstijgen, en met wat geloof, hoop en liefde kun je daar misschien wel eens de artiest ontdekken die je probeert te zien.
Het állerergste zijn de filmers die hun filmpje definitief om zeep helpen door, in een vlaag van onvergeeflijk enthousiasme, met hun gezicht vlak onder het microfoontje kei-hard mee te zingen. Vooral pijnlijk als blijkt dat ze de tekst niet kennen en je dus een onbegrijpelijk gejammer hoort op plaatsen waar de tekstkennis tekortschiet.
Ik weet alles over deze filmpjes, niet alleen omdat ik dus veelvuldig ongewenst betrokken raak bij ‘the making of’, maar ook omdat ze vaak mijn laatste toevlucht zijn na wéér een concert waarin ik alleen maar schermen heb gezien. In een wanhoopspoging tot reconstructie van de avond zoek ik beelden op van het optreden, maar ze zijn dus zonder uitzondering niet om aan te zien of horen. Misschien helpt het als ik volgende keer zélf een filmpje maak.